Predatoren op zes pootjes
Daar ben ik eindelijk weer met een nieuwe blog post! Sinds de laatste keer dat ik een blog post maakte, heb ik enerzijds wel veel gefotografeerd, maar niet waarover ik een blog wilde schrijven. Vorig jaar won ik de Marius van der Sandt beurs voor jonge natuurfotografen en ging ik aan de slag met een fotoproject onder begeleiding van vijf topfotografen. Een hele uitdaging en een hele leerzame en gave ervaring! In deze blog vertel ik wat over dit project en hoe ik er nog steeds mee verder wil gaan.
Ik en de twee andere winnaars van de beurs (David Hup en Sabine Grootendorst) kozen ieder een onderwerp voor een fotoproject, waarbij we de tijd hadden van december 2018 tot eind juni 2019. Eén van deze projecten zou worden uitgekozen voor een publicatie in National Geographic. Spoiler alert: ik ben het niet geworden ;) Mijn uiteindelijke onderwerp was het jachtgedrag van predatore insecten, want dat is gewoon supergaaf! De uitdaging zit hem in het vinden van de insecten en dan moeten ze ook nog eens jachtgedrag gaan vertonen. Het zou een project worden waarbij ik veel geduld zou moeten hebben. Nu kwam er ook nog eens bij dat de deadline voor het project min of meer samenviel met de uitgerekende datum van mijn zwangerschap. En dat terwijl de hoogtij voor (predatore) insecten in juni ligt… Erg spannend dus allemaal.
Toen ik met het project begon, was het winter. In de winter zijn er uberhaupt niet zo veel insecten, laat staan predatore insecten. Dit was voor mij dus meer een voorbereidperiode, waarin ik op een rijtje zette welke insecten ik wanneer kon verwachten en waar. Zeker leuk om uit te zoeken en alvast na te denken hoe ik deze insecten op de foto wilde zetten. Maar het is nog leuker om daadwerkelijk foto’s te maken. Daarom wist ik aan gaasvliegen te komen. De larven van gaasvliegen worden gebruikt als biologische bestrijders omdat ze superveel bladluizen kunnen opeten (ook andere plaagbeestjes trouwens, maar ze worden vooral ingezet tegen bladluizen).
Dat was dus vooral binnenshuis wat uitproberen. Toch leek de lente al vroeg te beginnen, met heel vroeg (medio februari!) al krokussen. Deze trokken heel veel bijen en hommels aan! Maar helaas, dat zijn geen predatoren en predatoren van bijen zijn er zo vroeg nog niet ;)
Toen ik eindelijk buiten aan de slag kon in de lente, vond ik als eerste onderwerp… mieren! Echter… hoewel mieren veel beestjes verzamelen, waren ze nu vooral nog bezig met het nest weer schoonmaken en waren er vast ook nog niet veel insecten om te vangen.
In april ging ik ook weer flink aan de slag met zoeken en ik vond vooral heel erg veel prooi-insecten, namelijk rupsen! En als er ergens rupsen zijn, dan moeten er toch wel predatoren van rupsen zijn?
Twee rupsen die heel erg op elkaar lijken, en toch nét niet hetzelfde zijn. De eerste is de piramidevlinder, de tweede de schijnpiramidevlinder. Kostte even tijd om uit te vogelen!
Er waren zo veel rupsen dat ik dacht dat ik met genoeg geduld wel zou waarnemen dat ze opgegeten werden. Dat viel nog best tegen! Rondom een eikenboom vlogen heel erg veel sluipwespen rond. Een inkoppertje, dacht ik, want als je maar lang genoeg ernaar kijkt, vindt er vast wel één een rups om te parasiteren. Helaas, sluipwespen blijken buiten een windtunnel wel erg inefficiënte beestjes te zijn…….
Wat betreft sluipwespen was het niet zo’n succes dus. Jammer, want ze hebben echt wel potentie met hun zoekgedrag en wanneer ze een rups parasiteren, zie mijn vorige blogpost.
Over wespen gesproken, wat had ik graag predatore wespen vast willen leggen terwijl ze rupsen vangen! Helaas is me dat niet gelukt, er waren in mijn omgeving niet bijzonder veel wespen te zien dit jaar en als ik ze zag, dan vingen ze geen beestjes. Daarnaast heb ik ooit gezien dat een wesp achter muggen aan zat in de schemering op mijn balkon, maar dit heb ik nog nooit op film kunnen vastleggen. Dus dat bewijs van nuttige wespen houdt men nog van mij tegoed ;)
Ik had voor de wespen echt wel een gaaf idee bedacht voor een foto… wespen vliegen namelijk af en aan met prooien naar het nest, om ze te voeren aan de larven. Het leek mij supervet om een foto te maken van een wespennest of ingang daarvan en dan wespen die aan komen vliegen met prooien. Echter is het niet makkelijk om een wespennest te vinden, al helemaal in het wild. Toen hoorde ik van iemand die een wespennest in zijn schuurtje had. Toen ik er kwam kijken, zag het er helaas naar uit dat het nest verlaten was.
Qua wespen dus helaas geen gave foto’s gemaakt voor mijn project. Misschien een andere keer! Dan maar andere gave beesten. Deze vond ik een heleboel gewoon in en rond mijn tuin: larven van zweefvliegen! Zweefvliegen ken je misschien wel, ze lijken op een bij maar zijn het niet. Ze kunnen ook niet steken en ze bestuiven veel bloemetjes.
Verschillende soorten zweefvliegen hebben als larve verschillende levenswijzen. Zo zijn er afvaletende soorten, aquatische soorten, maar ook soorten die bladluizen eten. Zoals een goede vliegenmade ziet het eruit als een wormpje, zonder ogen, zonder duidelijke bek. Ik kon ze vrij makkelijk vinden door simpelweg bij planten te gaan staan waar ik veel bladluizen op zag. Bladluizen die overigens een na een paar dagen compleet verdwenen waren, waarbij er slechts nog een dikke zweefvlieglarve overbleef.
En dan stonden er op mijn lijstje ook nog aquatische insecten. Die ik ook niet echt heb mogen vinden! Althans, niet in een vorm dat ze prooien aan het vangen waren. Toen ik nog in Wageningen woonde, woonde ik praktisch naast een sloot, dus kon ik daar vaak beestjes vangen. Zo heb ik er meerdere malen waterroofkeverlarven gevangen:
Gave beestjes zijn het! Best groot ook, deze waren nog relatief klein maar in het eindstadium kunnen ze wel 5 centimeter groot zijn. Ze zijn ook geduchte rovers en vangen ook kikkervisjes en kleine vissen. De larve op de blauwe foto had toevallig een kikkervisje vast toen ik hem uit het water ving.
Waar ik nu woon in Rosmalen is niet echt een sloot of vijver in de buurt, maar wat verder weg is wel een sloot waar veel weidebeekjuffers rondvliegen. Nu is het wel knap lastig om die iets te zien vangen! Dus je staat er om je heen te kijken naar die beestjes en plotseling landt er eentje vlak voor je neus met een grote mot! En dan kom je erachter dat je je telelens op je camera had zitten…
Qua aquatische insecten zijn er nog veel meer interessante rovers. De larven van libellen en waterjuffers bijvoorbeeld, maar ook bootsmannetjes en schaatsenrijders. Schaatsenrijders heb ik ook genoeg gevonden:
Dan nu het laatste (bijzondere!) insect waar ik veel foto’s van heb gemaakt in de hoop een gave foto te maken van het jachtgedrag: de mierenleeuw. De soorten die in Nederland voorkomen maken een kuiltje in het zand en wanneer er dan een klein insect in valt, zoals een mier, heeft deze moeite er weer uit te kruipen. Daarnaast gooit de mierenleeuw zand naar de mier om hem weer terug te laten vallen. Dan grijpt hij het beestje vast met zijn grote kaken en trekt hij hem de grond in. Dit alles duurt slechts enkele seconden, een grote uitdaging dus voor het fotograferen!
Of wacht, ik vergeet nu wat eigenlijk een nog grotere uitdaging was… die beesten vinden! Want je weet dat ze in kuiltjes in het zand zitten, maar hoe groot/klein zijn die kuiltjes dan? En waar zitten die kuiltjes? Na wat rondvragen had ik een redelijk idee van plekken waar ze zouden kúnnen zitten. Toen vond ik er eindelijk een paar in een natuurgebied ver van huis. Dacht ik, tja, ga ik nu elke keer zo ver reizen voor de foto? Nu is het leuke van één keer die beestjes vinden, dat je overal gaat herkennen waar ze zitten en dan kom je erachter dat ze eigenlijk op best wel veel plaatsjes aanwezig zijn! Zoals op de lokale zandverstuiving…
De mierenleeuwen van de bovenstaande foto’s zijn slechts het larvestadium van de mierenleeuw. De volwassen mierenleeuw lijkt helemaal er helemaal niet op en zit ook niet in een zandkuil te wachten. Ze zijn echter voornamelijk nachtactief dus moeilijk om waar te nemen. Toch had ik deze zomer geluk en zat er buiten eentje op het raam van mijn huis! Mooi hé?
Zo, al met al vond ik het ontzettend leuk om voor een project bezig te zijn met allerlei beestjes. Ik wilde ermee laten zien wat voor diversiteit aan insecten er allemaal rondkruipt om andere insecten op te eten en vooral ook het gedrag ervan in beeld zetten. Iedereen kent wel foto’s van insecten op een grassprietje, vroeg in de ochtend als ze perfect stil zitten. Het liefst met wat dauwdruppeltjes erop. Heel mooi, maar wat doen ze eigenlijk? Wat eten ze, hoe brengen ze hun dag eigenlijk door? Insecten zijn fascinerende dieren die ondanks dat ze zo veel voorkomen toch vaak over het hoofd gezien worden. En dat terwijl ze zo belangrijk zijn, voor de natuur én voor ons.
Als ik de tijd heb zou ik graag nog meer gedrag van jagende insecten willen vastleggen, het liefst ook met nog wat van hun omgeving erbij. Er zijn nog zo veel meer soorten en nog zo veel meer mogelijkheden om te laten zien hoe gaaf al deze beestjes zijn. Bedankt voor het lezen van de blog en tot de volgende keer!