Libel, libellen, libellente

Libel, libellen, libellente

In maart was het #libellente op Twitter, een initiatief van Jan Katsman waarbij elke dag een andere soort libel/waterjuffer centraal stond. Ik vond het erg leuk om aan mee te doen, want ik heb over de jaren toch al aardig wat soorten libellen en juffers op de foto gezet. Maar bij zoiets kom je er ook al gauw achter dat er toch nog een heleboel libellen/juffers zijn waar je helemaal geen foto hebt, of alleen maar een matige registratiefoto. Daarom had ik me voorgenomen om deze lente wat extra op zoek te gaan naar libellen en ook wat nieuwe locaties ervoor te gaan ontdekken!

Dus, zo eind april stond ik te popelen om libellen en juffers te gaan zoeken. Ik had rond die tijd ook al oranjetipjes en geaderd witjes gevonden en op de foto gezet. Op Koningsdag had ik een koude mistige ochtend te pakken waarbij er zelfs ijskristallen op de vlindertjes en bloemen zaten! Alleen, eind april smelten die ijskristallen direct als de zon erop schijnt. Dus zo rond een uur of 8 was dat wel een beetje afgelopen. Toen dacht ik, goh, ik ga eens bij een ven kijken of er libellen gaan uitsluipen. Voor de leken: Libellen brengen hun ‘jeugd’ door in het water, als vleugelloze nimfen die meestal roofzuchtige jagers zijn. Als ze dan klaar zijn met hun ontwikkeling, klimmen ze het water uit en in stengels/riet/gras/struiken begint hun metamorfose, waarbij ze uit hun nimfenhuid komen en een gevleugelde libel worden. Dit heet uitsluipen.

Nimf van smaragdlibel, Was wel leuk geweest als hij precies hier was gaan uitsluipen!

Ja hoor! Ik vond er al vrij snel één, en dat op een paaltje langs het wandelpad. Was makkelijk te spotten zo. Maarja, dan sta je daar dus in de kou te denken, hoe lang gaat dit duren? Hoelang totdat hij daadwerkelijk begint met de metamorfose? Een tijdje stond ik erbij, daarna liep ik wat verder rond het vennetje om te kijken of er nog anderen waren. Toen ging ik terug, en ik zag dat de nimf was gaan bewegen. Hij liep wat rondjes om het paaltje, maar toen liep hij naar beneden en ging hij verder lopen. Blijkbaar was deze plek niet geschikt. Nu had ik ook niet uren de tijd om deze ene nimf te gaan volgen, terwijl hij verder en verder door zand liep naar het donkere bos.

’s Middags had ik meer geluk. Niet met een uitsluipende, maar wel dat er eentje klaar was. Heel mooie puntgave vleugels had deze. Ik kon erbij blijven staan totdat hij zijn 1e vlucht maakte. Mooi om te zien was dat.

Pas uitgekomen smaragdlibel, vlak vóór zijn eerste vlucht.
De vleugels beginnen te trillen, en dan… vliegen maar!

Dat was erg leuk en smaakte naar meer! Ik ging wat rondneuzen in de soortengidsen die ik thuis heb liggen naar wat voor soorten er nog meer redelijk vroeg uitkomen. Hierin vond ik dat sommige libellensoorten redelijk zeldzaam zijn, maar op bepaalde plekken wel veelvuldig voorkomen. Eén zo’n soort die daarin stond is de beekrombout. Die komt voor rondom wat grotere beken met een goede waterkwaliteit. Toen kreeg ik een tip dat ze op niet al te grote afstand van mijn woonplaats aan het verschijnen waren. Dus op een mei-ochtend vroeg de cameraspullen in de auto en kijken of er wat te zien zou zijn.

De beekrombout, nog niet helemaal klaar met de vleugels. Maar zo kan hij wel beeldvullend op de foto.

Nu kwam ik alleen 1 obstakel tegen in dat natuurgebiedje. Ik moet eerlijk bekennen dat ik altijd de kriebels krijg van groepjes rondwandelende koeien in natuurgebieden. Hordes muggen of dazen allemaal geen enkel probleem, maar koeien, brrrrr. En die ochtend stonden ze net allemaal rondom het enige wandelpad langs de beek! Dus ik bleef mooi achter het poortje staan. Ging nog een stukje terug en een ander paadje verkennen, maar die ging alleen maar weg van de beek. Uiteindelijk terug gegaan en yes, de koeien waren weg. Ik zag ze verderop staan, ze keken me nieuwsgierig aan, dus ik liep gauw verder.

En toen vond ik inderdaad beekrombouten! Een heleboel! Hoe langer je rondkeek, hoe meer er te zien waren. Maar, ze waren al klaar met het uitsluipen en vooral aan het opdrogen in het gras en riet. Aangezien ik er toch al vrij vroeg was, lijkt het mij dat ze vóór zonsopkomst al uitgeslopen waren. Het viel mij ook op dat er niet 1 meer langs een oud huidje zat, die hadden ze allemaal al achtergelaten door te lopen. Wel waren er ook echt overal huidjes te zien, er waren de voorgaande dagen ook al veel uitgekomen dus.

Wat abstracter beeld van de beekrombout, de bovenkant van de vleugels.
Deze was 1 van de weinigen die de vleugels al helemaal uitgevouwen had, maar zo te zien is dat aan 1 kant mislukt… deze zat er misschien dus al wel een dag, want vliegen gaat zo niet.
Onderonsje. Hier zie je goed het kenmerk van de rombouten, namelijk dat hun ogen elkaar niet raken. Let maar eens op bij andere (echte) libellen, zoals heidelibellen of glazenmakers, die hebben dat vaak wel.

Er was nog een soort aanwezig die wel nog moest uitsluipen… beekjuffers! Of het de bosbeekjuffer of weidebeekjuffer was, dat onderscheid kan ik niet zo goed maken, maar ik zag ongeveer 6 nimfen zitten langs de oever. In de tijd dat ik er was, leek er niet eentje aanstalten te maken om echt uit te komen helaas. Het was ook geen fijn licht, omdat er dichte mist was en veel bewolking.

Nimf van een beekjuffer. Erg donker van kleur, dikke voelsprieten ook.

De keren daarop dat ik libellen zag, was het meer overdag en was het lastiger om foto’s van ze te maken. Wel leuk om de locaties te ontdekken om er later terug te komen. Op een ochtend ging ik het nog een keertje proberen bij het ven waar ik die smaragdlibel had gevonden. Het was dit keer ’s nachts niet zo koud geweest, dus hoopte ik dat het proces wat sneller zou gaan. Dit keer waren er geen op de plek waar ik vorige keer was, dus liep ik verder. Op een andere plek langs een ander ven zag ik wel opeens huidjes, en toen ook eentje die mooi vrij op wat sprieten was gaan zitten. Ik ging ernaast zitten en was aan het overpeinzen of ik zou gaan wachten op deze ene. Ondertussen appte ik wat met een vriend die ook vroeg wakker was en toen ik nog eens keek naar het beestje, zag ik wat donzige haren verschijnen op zijn rug. Aha, het was begonnen! Dus snel beginnen met foto’s maken. Nu had ik kunnen kiezen voor een daadwerkelijke ’time-lapse’ door mijn camera op statief te zetten en vanuit dezelfde hoek telkens een foto maken. Maar ik wilde juist vrijer bewegen om hem vanuit meerdere hoeken op de foto te zetten.

Uitsluiping van een viervlek.

Het bleek ook nog eens om een andere soort te gaan dan de smaragdlibel. Ditmaal was het de viervlek, een heel algemene libellensoort die al vrij vroeg in het jaar verschijnt. Op de collage hierboven zie je het proces zo’n beetje gebeuren. Het is wel zo dat er niet evenveel tijd tussen de foto’s zit! Er zat bijvoorbeeld heel veel tijd tussen foto 4 en 5, maar duurde foto 6 maar heel kort. Daarom maakte ik van de tijd tussen 4 en 5 gebruik om ook een andere soort foto’s te maken.

De nog niet uitgevouwen vleugel van de viervlek.

Het was mij bijvoorbeeld opgevallen dat de nog niet uitgebouwen vleugels bijzondere vlekjes hadden, dus pakte ik mijn ultra macrolens erbij en flitser, om deze structuren zichtbaar te maken. Ook leek het mij grappig om de libel van onderen te fotograferen met de groothoek om te laten zien hoe hij hangt en ook wat van de omgeving te showen.

Hello world!

Toen de libel klaar was met het oppompen van de vleugels, werd het ook weer bijna tijd voor mij om te vertrekken. Het uitdrogen en uiteindelijk uitvouwen kan nog wel een paar uur duren. Dus mijn laatste foto’s laten de libel zien bij het vennetje.

Overigens zag ik tijdens dit proces op een gegeven moment dat er dicht in de buurt nog 2 aan het uitsluipen waren, maar op wat minder handige plekjes voor de foto. Toen ik het rondje afmaakte om richting auto te lopen kwam ik er op een paar plekken nog meer tegen.

Hierna werd ik ook steeds meer benieuwd naar de weidebeekjuffers op mijn ‘vaste’ plek. Of ze er al zouden zijn. Dus ging ik een keer ’s middags daar een wandelingetje maken en ja hoor, er waren er al aardig wat aanwezig. Wel waren ze veel te actief voor de foto’s. Toen zag ik er eentje die een slag in zijn vleugel had. Die kon een beetje vliegen, maar niet zo goed. Die kon dus wel makkelijk op de foto!

Detail van de vleugels.

Ik nam me voor de volgende ochtend vroeg op te staan en te kijken hoeveel ik er toen kon vinden. Ik telde er zo’n 40 stuks! Wel was het geen makkelijke ochtend om te fotograferen, de zon kwam heel snel op en maakte het licht al heel snel heel erg hard.

Hier besloot ik toch maar te focussen op de roodoogjuffer. Die soort had ik ook nog niet op de foto ;)
Vrouwtje weidebeekjuffer tussen het riet, met bonusvliegje.

Ook zag ik een andere mooie verschijning, een glassnijder. Een vrij grote en kleurrijke libel. Om de een of andere reden had deze 1 vleugel naar achteren gevouwen.

Een weekje later ging ik een keer aan het einde van de ochtend kijken bij een vennetje dichtbij huis waar veel libellen zitten. Nadeel van deze plek is dat ondanks dat er heel veel libellen aanwezig zijn, je er ’s ochtends vroeg vrijwel nul vindt……. het plekje zit namelijk midden in het bos en voor mijn gevoel slapen de libellen daar in de bomen, in plaats van in het riet/gras. Ik heb het in elk geval nog nooit de moeite waard gevonden om ’s ochtends heel vroeg langs te komen. Deze ochtend waren er wel al heel veel libellen, ik zag de grote keizerlibel en vroege glazenmakers, smaragdlibellen en veel viervlekken. En als prettige verrassing ook een paar pas uitgeslopen viervlekken!

Larvenhuidje van de viervlek, met de libel erachter. De vlekken zijn al aardig uitgekleurd, hij zou binnenkort gaan vliegen.
Tweetal viervlekken op gele lis.

Een ander ven bij mij in de buurt had veel watersnuffels! Grappige naam he, maar dat zijn ook weer kleine blauwe juffertjes en deze zitten in groepjes bij elkaar. Ze gebruiken takjes die uit het water steken en de mannetjes gaan daar met zijn allen op zitten. Het was een beetje een grijze en winderige dag, maar dat mocht de pret niet drukken. Het meest opvallende wat er gebeurde, was dat er een tandem (= mannetje + vrouwtje aan elkaar) langs kwam om vlak bij het water te laten, en toen stortten alle mannetjes van de grote stengel zich erbovenop!

Als laatste heb ik nog wat meer uitstapjes gemaakt naar plekken waar vooral weidebeekjuffers te zien waren. Op 1 zo’n plek telde ik wel 120 exemplaren in de vroege ochtend! Wel vind ik het bij weidebeekjuffers toch altijd lastig om ze goed te fotograferen, omdat ze verscholen in het riet zitten en je natuurlijk niet het riet kapot wilt maken. Als ze dan ook nog eens aan de verkeerde kant van de zonsopkomst zitten, kan het ook lastig worden qua belichting. Maar vooruit, hier dan de prachtige weidebeekjuffers:

Al met al ben ik mij behoorlijk aan het vermaken hiermee, en ik hoop nog meer soorten op de foto te gaan zetten. Wel komen we helaas in de tijd van het jaar dat het a) heeeeeeeeeeel vroeg al licht wordt (vroeg de wekker zetten!) en b) nachten vaak warm zijn, waardoor libellen en juffers ook zo vroeg al erg actief zijn en dus lastiger te fotograferen en c) weinig kans op mist/dauw. Dus ik ben benieuwd, wat actiefoto’s zouden natuurlijk ook leuk zijn, maar wel een heel andere uitdaging natuurlijk! Ik laat wel weten wat ervan komt ;)

Ik sluit af met een kleine verzameling losse foto’s die meer is om de soorten te laten zien dan dat ik het echt fotografisch interessante foto’s vind:

Bedankt voor het lezen en hopelijk tot een volgende keer!

Reacties zijn gesloten.